Vertalingen GIFT EN>NL
1 something given willingly, eg as a present: “a birthday gift.”geschenk2 a natural ability: “She has a gift for music.”gaveto give or present as a gift: “This painting was gifted by our former chairman.”schenken'gifted (Bijvoeglijk naamwoord)having very great natural ability: “a gifted musician/child.”begaafdgift of the gabthe ability to talk fluently and persuasively.rad van tong zijn© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to gift | beschenken (ww.) ; begiftigen (ww.) ; bedelen (ww.) |
the gift | de capaciteit (v) ; het vernuft ; het verjaardagscadeau ; het talent ; het presentje ; het present ; de knobbel (m) ; kado (znw.) ; het geschenk ; de gave ; het cadeau ; de bekwaamheid (v) ; de begaafdheid (v) ; de aardigheid (v) ; de aanleg (m) |
GIFT (Afkorting) | intra-tubaire fecundatie ; intra-tubaire bevruchting |
gift | begaafdheid ; talent ; schenking ; schenken ; gift ; donatie |
Bronnen: interglot; MWB; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `GIFT`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: bequestEN: contributionEN: endowmentEN: grantEN: offeringEN: paymentEN: presentUitdrukkingen en gezegdes
EN: at a
gift
NL: voor nietsEN: appointment is in his
gift
NL: hij heeft het recht van benoemingEN: a
gift horse
NL: een gegeven paard