Vertalingen expire EN>NL
1 (of a limited period of time) to come to an end: “His three weeks' leave expires tomorrow.”aflopen2 (of a ticket, licence etc) to go out of date: “My driving licence expired last month.”verlopen3 to die.stervenexpiration (Zelfstandig naamwoord)afloop, doodex'piry (Zelfstandig naamwoord)the end of a period of time or of an agreement etc with a time limit: “The date of expiry is shown on your driving licence.”vervaldag© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to expire | ongeldig worden (ww.) ; voorbijgaan (ww.) ; vervallen (ww.) ; verstrijken (ww.) ; verlopen (ww.) ; verjaren (ww.) ; vergaan (ww.) ; sterven (ww.) ; overlijden (ww.) ; ontslapen (ww.) ; heengaan (ww.) ; doodgaan (ww.) ; aflopen (ww.) |
expire | verscheiden ; eindigen ; versmachten ; uitraken ; uitlopen ; uitgaan ; ophouden |
Bronnen: interglot; Vlietstra; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `expire`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: breathe your lastEN: breathe your last breathEN: depart this lifeEN: give up the ghostEN: go to meet your makerEN: kick the bucketEN: pass awayEN: pass on