Vertaal
Naar andere talen: • elderly > DEelderly > ESelderly > FR
Vertalingen elderly EN>NL
(Bijvoeglijk naamwoord)

(often of members of a family) older; senior: “He has three elder sisters”
oudste

1 a person who is older: “Take the advice of your elders.”
oudere

2 an office-bearer in Presbyterian churches.
ouderling

(rather) old: “an elderly lady.”
bejaard

'eldest (Bijvoeglijk naamwoord)

oldest: “She is the eldest of the three children.”
oudste

the elderly

people who are (rather) old: “It is important for the elderly to take some exercise.”
bejaarden
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
the elderlyde bejaarde ; de ouwe (m)
elderly bejaard ; oudere ; ouwelijk ; bedaagd ; bejaarden ; hoogbejaard ; op leeftijd ; ouder ; oudere personen ; ouderen
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; MWB

Voorbeeldzinnen met `elderly`
Voorbeeldzinnen laden....