1. MWB
  2. Vertalen
  3. drug (EN>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • drug > DE • drug > ES • drug > FR
Vertalingen drug EN>NL

1 any substance used in medicine: “She has been prescribed a new drug for her stomach-pains.”
medicijn

2 a substance, sometimes one used in medicine, taken by some people to achieve a certain effect, eg great happiness or excitement: “I think she takes drugs”
drug
to make to lose consciousness by giving a drug: “She drugged him and tied him up.”
drogeren

'druggist (Zelfstandig naamwoord)

(American) a person who sells medicines etc; a chemist; a pharmacist.
apotheker

'drug-'addict (Zelfstandig naamwoord)

a person who has formed the habit of taking drugs.
verslaafde

'drugstore (Zelfstandig naamwoord)

(American) a shop which sells various articles (eg cosmetics, newpapers and soft drinks) as well as medicines.
drugstore
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to drug bedwelmen (ww.)
the drug bedwelmend middel (znw.) ; verslavend middel (znw.) ; stimulerend middel (znw.) ; de remedie (v) ; opwekkend middel (znw.) ; het middel ; de medicijn ; het medicament ; het genotmiddel ; het geneesmiddel ; de drug (m) ; artsenijmiddel (znw.)
drug artsenij ; wegmaken ; verdovend middel ; verdoven ; narcotiseren ; narcoticum ; kruid ; geneesmiddel ; drogerij ; dope
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `drug`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: linctus
EN: medication
EN: pills
EN: remedy
EN: stimulant
EN: tablets

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: drug in (on) the market NL: onverkoopbaar artikel