Vertaal
Naar andere talen: • draw > DEdraw > ESdraw > FR
Vertalingen draw EN>NL

1 to make a picture or pictures (of), usually with a pencil, crayons etc: “During his stay in hospital he drew a great deal”
tekenen

2 to pull along, out or towards oneself: “She drew the child towards her”
trekken

3 to move (towards or away from someone or something): “The car drew away from the kerb”
komen, gaan

4 to play (a game) in which neither side wins: “The match was drawn / We drew at 1†“1.”
in gelijk spel eindigen

5 to obtain (money) from a fund, bank etc: “to draw a pension / an allowance.”
trekken

6 to open or close (curtains).
openen, dichtdoen

7 to attract: “She was trying to draw my attention to something.”
trekken

1 a drawn game: “The match ended in a draw.”
gelijk spel

2 an attraction: “The acrobats' act should be a real draw.”
attractie

3 the selecting of winning tickets in a raffle, lottery etc: “a prize draw.”
trekking

4 an act of drawing, especially a gun: “He's quick on the draw.”
het trekken van een revolver

'drawing (Zelfstandig naamwoord)

(the art of making) a picture made with a pencil, crayon etc: “the drawings of Leonardo da Vinci”
tekening

drawn (Bijvoeglijk naamwoord)

1 (of curtains) pulled together or closed: “The curtains were drawn, although it was still daylight.”
dicht

2 (of a game etc) neither won nor lost: “a drawn match.”
in gelijk spel eindigend

3 (of a blade etc) pulled out of its sheath: “a drawn sword.”
getrokken

4 (of a person) strained and tired: “His face was pale and drawn.”
afgetrokken

'drawback (Zelfstandig naamwoord)

a disadvantage: “There are several drawbacks to his plan.”
nadeel

'drawbridge (Zelfstandig naamwoord)

a bridge (at the entrance to a castle) which can be pulled up or let down.
ophaalbrug

'drawing-pin (Zelfstandig naamwoord)

(American'thumbtack) a pin with a broad, flat head used for fastening paper to a board etc.
punaise

'drawstring (Zelfstandig naamwoord)

a cord threaded through the top of a bag etc for closing it.
trekkoord

draw a blank

to be unsuccessful in a search, inquiry etc.
geen succes hebben

draw a conclusion from

to come to a conclusion after thinking about (what one has learned): “Don't draw any hasty conclusions from what I've said!”
een conclusie trekken

draw in

(of a car etc) to come to a halt at the side of the road.
aan de kant van de weg stoppen

draw the line

to fix a limit especially for what one is prepared to do.
een lijn trekken

draw/cast lots

to decide who is to do etc something by drawing names out of a box etc: “Five of us drew lots for the two pop-concert tickets.”
strootje trekken

draw off

to pour out (liquid) from a large container: “The barman drew off a pint of beer.”
tappen



to use (money, strength, memory etc) as a source: “I'll have to draw on my savings.”
putten uit



1 to pull on: “He drew on his gloves.”
aantrekken

2 to come nearer: “Night drew on.”
naderen

draw out

1 to take (money) from a bank: “I drew out $40 yesterday.”
opnemen

2 to make longer: “We drew out the journey as much as we could but we still arrived early.”
rekken

3 (of a car etc) to move into the middle of the road from the side.
in het midden gaan rijden

draw up

1 (of a car etc) to stop: “We drew up outside their house.”
stilhouden

2 to arrange in an acceptable form or order: “They drew up the soldiers in line”
opstelle
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to draw voorttrekken (ww.) ; aanzuigen (ww.) ; afbeelden (ww.) ; afsluiten (ww.) ; attractie (ww.) ; bijtrekken (ww.) ; dichtdoen (ww.) ; erbij trekken (ww.) ; gelijkspelen (ww.) ; krabbelen (ww.) ; lenen (ww.) ; naartoe trekken (ww.) ; ontlenen (ww.) ; portretteren (ww.) ; schilderen (ww.) ; sluiten (ww.) ; tekenen (ww.) ; toedoen (ww.) ; toemaken (ww.) ; trekken (ww.) ; trekking (ww.) ; trekpleister (ww.) ; uittekenen (ww.)
the drawde gelijkheid (v) ; het gelijkspel
draw omtrekken ; aantrekken ; aftekenen ; bekoren ; coniciteit van de vulruimte ; cyclus ; een streep trekken ; glasafname van de oven ; haal ; hozen ; naar zich toe halen ; omlijnen ; aanlokken ; ovenbelasting ; pariteit ; putten ; scheppen ; spanning ; toelachen ; trek ; trekken (van draad) ; trekken van draad ; verlekkeren ; vonk trekken
Bronnen: interglot; Vlietstra; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek


Voorbeeldzinnen met `draw`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: be a focus for
EN: be a magnet for
EN: catch the attention of
EN: catch the fancy of
EN: copy
EN: create a centre of attention
EN: exert a pull on
EN: game of chance
EN: invite
EN: magnetize

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: draw a bead on NL: mikken op
EN: draw apart NL: uiteendrijven
EN: draw blank NL: een niet trekken NL: niets vinden
EN: draw the cloth NL: de tafel afruimen (vóór dessert)
EN: draw the curtains NL: de gordijnen dichttrekken
EN: draw one's sword against NL: te lijf gaan (figuurlijk)
EN: draw the winner NL: winnen (loterij)
EN: draw it mild NL: niet overdrijven
EN: draw the line at NL: ophouden bij, niet verder gaan dan tot
EN: draw the long bow NL: met spek schieten
EN: draw a game, a battle NL: een spel, strijd onbeslist laten
EN: draw away NL: (wedstr.) vóórkomen, winnen op
EN: draw forth NL: