Vertaal
Naar andere talen: • crook > DEcrook > EScrook > FR
Vertalingen crook EN>NL

1 a (shepherd's or bishop's) stick, bent at the end.
staf

2 a criminal: “The two crooks stole the old woman's jewels.”
boef

3 the inside of the bend (of one's arm at the elbow): “She held the puppy in the crook of her arm.”
holte
to bend (especially one's finger) into the shape of a hook: “She crooked her finger to beckon him.”
krommen

'crooked (Bijvoeglijk naamwoord)

1 badly shaped: “a crooked little man.”
misvormd

2 not straight: “That picture is crooked (= not horizontal).”
scheef

3 dishonest: “a crooked dealer.”
oneerlijk

'crookedly (Bijwoord)

scheef

'crookedness (Zelfstandig naamwoord)

misvormdheid, scheefheid, oneerlijkheid
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
the crookde afzetter (m) ; de zwendelaarster (v) ; de zwendelaar (m) ; de weerhaak (m) ; de vishaak (m) ; de schavuit ; de oplichtster (v) ; de oplichter (m) ; herdersstok (znw.) ; de herdersstaf (m) ; de bedriegster (v) ; de bedrieger (m) ; de angel (m) ; de afzetster (v)
crook boef ; spitsboef ; smiecht ; schurk ; ploert ; kromming ; krom op de kant ; knoeier ; hol op de kant ; fraudeur ; ellendeling
Bronnen: Wikipedia; interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `crook`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: con man
EN: criminal
EN: felon
EN: guilty party
EN: rascal
EN: rogue
EN: villain
EN: wrongdoer

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: by hook or by crook, on the crook NL: oneerlijk