1 to have to do with: “This order doesn't concern us”
betreffen

2 (withfororabout) to make (usually oneself) uneasy: “Don't concern yourself about her.”
zich zorgen maken om

3 (withwithorin) to interest (oneself) in: “He doesn't concern himself with unimportant details.”
zich bezig houden met

1 something that concerns or belongs to one: “His problems are not my concern.”
aangelegenheid

2 anxiety: “The condition of the patient is giving rise to concern.”
bezorgdheid

3 a business: “a shoe-manufacturing concern.”
bedrijf

con'cerning (Voorzetsel)

about: “He wrote to me concerning a business arrangement.”
betreffende
© K Dictionaries Ltd.

to concern	zorg inboezemen (ww.) ; treffen (ww.) ; slaan op (ww.) ; raken (ww.) ; ontroeren (ww.) ; betreffen (ww.) ; beroeren (ww.) ; belang inboezemen (ww.) ; aangaan (ww.)
the concern	de maatschap (v) ; de kommer (m) ; de ongerustheid (v) ; de vennootschap (v) ; de verontrusting (v) ; de verpleging (v) ; de verzorging (v) ; de zaak ; de zorg ; de zorgvuldigheid (v) ; de zwaarwichtigheid (v) ; de handelsvereniging (v) ; het bedrijf ; de bekommernis (v) ; de belangrijkheid (v) ; de belangstelling (v) ; de bezorgdheid (v) ; het concern ; de corporatie (v) ; de handelsmaatschappij (v) ; de handelsonderneming (v) ; handelsvennootschap (znw.)
concern	aanbelang ; zich verhouden ; verkeren ; gewicht ; gelden ; concern ; betekenis ; belang ; aanbelangen

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Wikipedia; MWB; Download IATE, European Union, 2017.




EN: attentiveness
EN: care
EN: consideration
EN: kindness
EN: Zelfst. Naamw.

EN: concern o.s. NL: z. interesseren NL: z. inlaten NL: z. ongerust maken
EN: be concerned NL: belang stellen NL: te maken hebben NL: betrokken zijn
EN: have no concern with NL: niets mee te maken hebben
EN: have no concern for NL: z. niet bekommeren om
EN: the whole concern NL: de hele zaak, het hele spul