1. MWB
  2. Vertalen
  3. climb (EN>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • climb > DE • climb > ES • climb > FR
Vertalingen climb EN>NL

1 (of a person etc) to go up or towards the top of (a mountain, wall, ladder etc): “He climbed to the top of the hill”
beklimmen

2 to rise or ascend.
klimmen

1 an act of going up: “a rapid climb to the top of his profession.”
klim

2 a route or place to be climbed: “The guide showed us the best climb.”
helling

'climber (Zelfstandig naamwoord)

1 a person who climbs (mountains).
bergbeklimmer

2 a climbing plant.
klimplant

3 (usuallysocial climber) an ambitious person who tries to improve his/her social status.
streber, eerzuchtig iemand
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to climb hogerop komen (ww.) ; zich opwerken (ww.) ; opvliegen (ww.) ; opstijgen (ww.) ; opklimmen (ww.) ; opklauteren (ww.) ; opgaan (ww.) ; omhoogkomen (ww.) ; klimmen (ww.) ; klauteren (ww.) ; bevorderd worden (ww.) ; bestijging (ww.) ; beklimming (ww.) ; beklimmen (ww.)
the climbde klim (m)
climb bestijgen ; stijgvlucht ; stijgen ; rijzen ; naar boven gaan
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `climb`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: ascend
EN: crawl
EN: go up
EN: mount
EN: rise
EN: scale
EN: scramble
EN: Zelfst. Naamw.

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: climb down NL: een toontje lager (gaan) zingen