Vertaal
Naar andere talen: • clean > DEclean > ESclean > FR
Vertalingen clean EN>NL

1 free from dirt, smoke etc: “a clean window”
schoon

2 neat and tidy in one's habits: “Cats are very clean animals.”
zindelijk

3 unused: “a clean sheet of paper.”
nieuw

4 free from evil or indecency: “a clean life”
fatsoenlijk

5 neat and even: “a clean cut.”
zuiver
completely: “He got clean away.”
compleet
to (cause to) become free from dirt etc: “Will you clean the windows?”
schoonmaken

'cleaner (Zelfstandig naamwoord)

schoonmaker

(Bijwoord)

: “The knife cut cleanly through the cheese.”
zuiver

(Bijvoeglijk naamwoord)

clean in personal habits.
zindelijk

'cleanliness (Zelfstandig naamwoord)

zindelijkheid

clean up

to clean (a place) thoroughly: “She cleaned (the room) up after they went home.”
opruimen

a clean bill of health

a certificate saying that a person, the crew of ship etc is entirely healthy (especially after being ill): “I've been off work but I've got a clean bill of health now.”
bewijs van goede gezondheid

a clean slate

a fresh start: “After being in prison he started his new job with a clean slate.”
schone lei

come clean

to tell the truth about something, often about something about which one has previously lied.
opbiechten

make a clean sweep

to get rid of everything unnecessary or unwanted: “The new manager made a clean sweep of all the lazy people in the department.”
schoon schip maken
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to clean zuiveren (ww.) ; bergen (ww.) ; opruimen (ww.) ; poetsen (ww.) ; reinigen (ww.) ; schonen (ww.) ; schoonhouden (ww.) ; schoonmaken (ww.) ; schoonmaken van gevogelte (ww.) ; schoonpoetsen (ww.) ; uitwassen (ww.)
clean net ; kuis ; netjes ; opgeruimd ; ordelijk ; proper ; rein ; ronduit ; schoon ; wassen ; zedig ; zemen ; zindelijk ; hygienisch ; gladweg ; gewoonweg ; eerzaam ; deugdzaam ; droit de goût ; clean ; een boek reinigen ; glad in de zin van vlak ; helder ; louter ; louteren ; poetsen ; poetsen in de zin van schoon maken ; puur ; rondborstig van smaak ; schoon ; schoon in de zin van met gunstige uitlaatgasemissie ; schoon maken ; takvrij boomstuk ; vegen ; vrij ; zuiver
Bronnen: interglot; Vlietstra; Horecagids; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek; Wakefield genealogy pages


Voorbeeldzinnen met `clean`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: bathe
EN: brush
EN: brush up
EN: clean up
EN: cleanse
EN: comb
EN: dab
EN: disinfected
EN: germ-free
EN: launder

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: keep the party clean! NL: netjes houden, hè, geen vieze praatjes!
EN: come clean NL: bekennen
EN: keep/stay clean NL: (ook) geen verdovende middelen meer gebruiken NL: totaal
EN: clean out NL: schoonmaken NL: leegmaken, opmaken NL: 'blut' maken
EN: clean up NL: schoonmaken NL: opruimen NL: winst maken