Vertalingen car EN>NL
1 (American'automo'bile) a (usually privately-owned) motor vehicle on wheels for carrying people: “What kind of car do you have?”auto2 a section for passengers in a train etc: “a dining-car.”wagon3 (American) a railway carriage for goods or people: “a freight car.”wagoncar parka piece of land or a building where cars may be parked.parkeerterrein, parkeergarage'car phone (Zelfstandig naamwoord)a telephone that can be used in a car.autotelefoon© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
the car | het wagentje ; het wagen ; het voertuig ; het vehikel ; de rijtuig (m) ; het karretje ; de kar ; de automobiel (m) ; het auto |
CAR (Afkorting) | Centraal-Afrikaanse Republiek ; kapitaalratio ; CAR (Afkorting) |
car | gondel ; wagen ; treinstel ; tramwagen ; tram ; personenauto ; motorgondel ; lot ; kooi |
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; www.autonomer.nl/; Download IATE, European Union, 2017.; SWOV onderzoek veiliger verkeer
Voorbeeldzinnen met `car`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: coupéEN: little cartEN: motorEN: saloonEN: sports carEN: vehicleAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `verge (of a road)` In US-Engels gebruikt men `shoulder` |
Uitdrukkingen en gezegdes
EN: company
car
NL: 'auto van de zaak' NL: tram NL: kar(retje)