Vertaal
Naar andere talen: • cancel > DEcancel > EScancel > FR
Vertalingen cancel EN>NL

1 to decide or announce that (something already arranged etc) will not be done etc: “He cancelled his appointment.”
afzeggen

2 to mark (stamps) with a postmark.
afstempelen

3 to stop payment of (a cheque, subscription etc).
blokkeren, opzeggen

'cancel'lation (Zelfstandig naamwoord)

annulering, opzegging

cancel out

to undo the effect of: “We don't want our profits to be cancelled out by extra expenses.”
opheffen
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to cancel annuleren (ww.) ; vernietigen (ww.) ; verijdelen (ww.) ; verbreken (ww.) ; terugdraaien (ww.) ; tenietdoen (ww.) ; teniet doen (ww.) ; schrappen (ww.) ; opzeggen (ww.) ; opheffen (ww.) ; ondervangen (ww.) ; nullificeren (ww.) ; nietig verklaren (ww.) ; intrekken (ww.) ; doorhalen (ww.) ; delgen (ww.) ; afzeggen (ww.) ; afgelasten (ww.) ; afblazen (ww.) ; afbestellen (ww.)
cancel afbreken ; wegvallen ; wegstrepen ; verbeterblad ; terugnemen ; ontbinden ; laten vallen ; cancellen ; annuleren ; annuleer ; annulatie
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot; Vlietstra; kde.nl/node/386; calculus; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `cancel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: abolish
EN: annul
EN: call off
EN: dissolve
EN: end
EN: go against
EN: invalidate
EN: nullify
EN: overthrow
EN: put an end to

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: (a pair of) cancels NL: kaartjestang