Vertalingen busy EN>NL
1 having a lot (of work etc) to do: “I am very busy.”bezig, druk2 full of traffic, people, activity etc: “The roads are busy”druk3 (especially American) (of a telephone line) engaged: “All the lines to New York are busy.”bezet(sometimes withwith) to occupy (oneself) with: “She busied herself preparing the meal.”bezig zijn'busily (Bijwoord)druk© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
busy | actief ; bedrijvig ; bezet ; bezig ; druk ; drukbezet ; bezet ; in bedrijf ; in gesprek ; niet vrij ; volhandig |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Vlietstra; Wakefield genealogy pages
Voorbeeldzinnen met `busy`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: activeEN: engagedEN: full of goEN: full of lifeEN: in a meetingEN: livelyEN: occupiedEN: unavailableAlternatieve spelling of gebruik
| Let op; In het UK-Engels en het US-Engels worden verschillende woorden gebruikt. In UK-Engels gebruikt men `engaged (of a phone)` In US-Engels gebruikt men `busy` |
Uitdrukkingen en gezegdes
EN: he is
busy writing
NL: hij is druk aan het schrijvenEN: busy o.s.
NL: z. bezighouden NL: z. bemoeien