Vertalingen borrow EN>NL
to take (something, often money) temporarily with the intention of returning it: “He borrowed a book from the library.”lenen'borrower (Zelfstandig naamwoord)lener'borrowing (Zelfstandig naamwoord)het lenen borrow from: I borrow money from a friend.
lend to: My friend lends money to me / My friend lends me money.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to borrow | lenen (ww.) ; lenen aan (ww.) ; ontlenen (ww.) ; te leen krijgen (ww.) |
borrow | aanhalen ; leen ; leencijfer ; ontlenen ; winplaats |
Bronnen: Wakefield genealogy pages; Engoi Woordenschatoefeningen; MWB; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Vlietstra
Voorbeeldzinnen met `borrow`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: raise