Vertaal
Naar andere talen: • bid > DEbid > ESbid > FR
Vertalingen bid EN>NL

1 �� past tense, past participlebid �� to offer (an amount of money) at an auction: “John bid ($1,000) for the painting.”
bieden

2 (withfor) �� past tense, past participlebid �� to state a price (for a contract): “My firm is bidding for the contract for the new road.”
offerte doen voor

3 �� past tensebadebӕd, past participle'bidden �� to tell (someone) to (do something): “He bade me enter.”
gelasten

4 �� past tensebadebӕd, past participle'bidden �� to express a greeting etc (to someone): “He bade me farewell.”
zeggen

1 an offer of a price: “a bid of $20.”
bod

2 an attempt (to obtain): “a bid for freedom.”
poging

'bidder (Zelfstandig naamwoord)

bieder

'bidding (Zelfstandig naamwoord)

bod, bevel

'biddable (Bijvoeglijk naamwoord)

obedient: “a biddable child.”
gezeglijk
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to bid voorstel doen (ww.) ; voorstel (ww.) ; voorschrijven (ww.) ; speciale aanbieding (ww.) ; propositie (ww.) ; opbieden (ww.) ; offerte (ww.) ; motie (ww.) ; koopje (ww.) ; gelasten (ww.) ; gebieden (ww.) ; aanvragen (ww.) ; aanbod (ww.) ; aanbieding (ww.)
the bidhet bod
BID (Afkorting) veepaspoort ; rekeningidentificatienummer
bid aanbieden ; vragen ; verzoeken ; toegangspoging ; te koop aanbieden ; openbaar bod op aandelen ; offerte ; inschrijving ; inroepen ; biedprijs ; bieding ; bid
Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; Vlietstra


Voorbeeldzinnen met `bid`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: direct

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: bid welcome NL: welkom heten
EN: it bids fair to be a fine day NL: het belooft ... te worden
EN: make a bid for NL: een poging doen om
EN: no bid NL: (ik) pas (bridge)