Vertalingen attack EN>NL
1 to make a sudden, violent attempt to hurt or damage: “He attacked me with a knife”aanvallen2 to speak or write against: “The Prime Minister's policy was attacked in the newspapers.”aanvallen3 (in games) to attempt to score a goal.aanvallen4 to make a vigorous start on: “It's time we attacked that pile of work.”aanpakken1 an act or the action of attacking: “The brutal attack killed the old man”aanval2 a sudden bout of illness: “heart attack”aanval© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
to attack | inwerken (ww.) ; invreten (ww.) ; inbijten (ww.) ; bestormen (ww.) ; beschadigen (ww.) ; belegeren (ww.) ; bederven (ww.) ; attaqueren (ww.) ; aanvreten (ww.) ; aanvallen (ww.) ; aantasten (ww.) |
the attack | de aanval (m) ; de stormloop (m) ; de stormaanval (m) ; de run (m) ; de attaque ; de aanslag |
attack | overvallen ; offensief ; aangrijpen ; vlaag ; tackelen ; opkomst ; inzet ; inwerking ; ictus ; aanvreten van metalen ; aantasting ; aantasten in de zin van 'aanvreten' ; aanmaning ; aanhef |
Bronnen: Vlietstra; interglot; Wakefield genealogy pages; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek
Voorbeeldzinnen met `attack`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: ambushEN: assaultEN: bag-snatchEN: barrageEN: beatEN: beat upEN: besetEN: blitzEN: break-inEN: charge