1. MWB
  2. Vertalen
  3. air (EN>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • air > DE • air > ES • air > FR
Vertalingen air EN>NL

1 the mixture of gases we breathe; the atmosphere: “Mountain air is pure.”
lucht

2 the space above the ground; the sky: “Birds fly through the air.”
lucht

3 appearance: “The house had an air of neglect.”
voorkomen

4 a tune: “She played a simple air on the piano.”
melodie

1 to expose to the air in order to dry or make more fresh etc: “to air linen.”
luchten

2 to make known: “He loved to air his opinions.”
bekendmaken

'airbag (Zelfstandig naamwoord)

a safety bag in a car that protects the driver or a passenger in an accident.
airbag

'airily (Bijwoord)

in a light-hearted manner: “She airily dismissed all objections.”
luchtig

'airiness (Zelfstandig naamwoord)

luchtigheid

'airing (Zelfstandig naamwoord)

a short walk etc in the open air: “She took the baby for an airing.”
wandelingetje

'airless (Bijvoeglijk naamwoord)

1 (of weather) still and windless: “It was a hot, airless night.”
windstil

2 (of a room etc) stuffy and without fresh air.
benauwd

'airy (Bijvoeglijk naamwoord)

1 with plenty of (fresh) air: “an airy room.”
luchtig

2 light-hearted and not serious: “an airy disregard for authority.”
luchthartig

'airborne (Bijvoeglijk naamwoord)

in the air or flying: “We were airborne five minutes after boarding the plane”
in de lucht

'air-con'ditioned (Bijvoeglijk naamwoord)

having air-conditioning: “an air-conditioned building.”
met airconditioning

'air-con'ditioner (Zelfstandig naamwoord)

an apparatus providing air-conditioning.
airconditioner

'air-con'ditioning (Zelfstandig naamwoord)

a method of providing a room, building etc with air of a controlled temperature and humidity.
airconditioning

'aircraft (Zelfstandig naamwoord)

any of several types of machine for flying in the air: “Enemy aircraft have been sighted.”
vliegtuig

aircraft carrier

a ship which carries aircraft and which aircraft can use for landing and taking off.
vliegdekschip

'airfield (Zelfstandig naamwoord)

an area of ground (with buildings etc) where (usually military) aircraft are kept and from which they fly.
vliegveld

air force

the part of the armed services which uses aircraft: “the army, navy and air force.”
luchtmacht

'air-gun (Zelfstandig naamwoord)

a gun that is worked by air under pressure.
luchtbuks

air hostess

a young woman who looks after passengers in an aircraft.
stewardess

air letter

a letter sent by airmail.
luchtpostbrief

'airlift (Zelfstandig naamwoord)

an operation to move cargo or people, carried out by air.
luchtbrug

'airline (Zelfstandig naamwoord)

(a company that owns) a regular air transport service: “Which airline are you travelling by?”
luchtvaartmaatschappij

'airliner (Zelfstandig naamwoord)

a (usually large) aircraft for carrying passengers.
lijntoestel

'air-lock (Zelfstandig naamwoord)

a bubble in a pipe which prevents liquid from flowing along it.
luchtbel

'airmail © K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
to air afreageren (ww.) ; deun (ww.) ; ether (ww.) ; luchten (ww.) ; luchtruim (ww.) ; uitluchten (ww.) ; wijs (ww.)
the airde lucht (v)
AIR (Afkorting) AIR (Afkorting) ; reactor met luchtinjectie ; reaktor met luchtinjectie
air apparatuur voor klimaatmeting ; aria ; lucht ; ventileren ; wijsje
Bronnen: interglot; Vlietstra; Wakefield genealogy pages; Download IATE, European Union, 2017.; Autowoordenboek


Voorbeeldzinnen met `air`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
EN: song

Uitdrukkingen en gezegdes
EN: give (someone) the air NL: iemand ontslaan
EN: tread on air (spreektaal) NL: overgelukkig zijn
EN: give o.s./put on airs NL: verwaand doen, zich aanstellen
EN: on the air NL: in de lucht NL: uitgezonden (radio)