Vertalingen humour EN>FR
the humour | humeur (v) ; trait d'esprit (m) ; tendance (v) ; tempérament (m) ; sympathies (v) ; sottise (v) ; rigolade (v) ; raison (v) ; plaisanterie (v) ; penchant (m) ; nature (znw.) ; moral (znw.) ; intelligence (v) ; intellect (m) ; inclination (v) ; humour (m) ; âme (v) ; génie (m) ; folie (v) ; farce (v) ; état d'âme (m) ; esprit (m) ; drôlerie (v) ; disposition d'âme (v) ; disposition (v) ; connaissance (v) ; comique (znw.) ; caractère (m) ; boutade (v) ; blague (v) ; badinage (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `humour`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
EN: clowningEN: drollnessEN: farceEN: funninessEN: funny sideEN: humorousnessEN: jestingEN: jokeEN: pleasantryEN: sense of humourAlternatieve spelling of gebruik
| Let op de verschillende spellingsvarianten in UK- en US-Engels: UK-spelling: humour US-spelling: humor |