1. MWB
  2. Vertalen
  3. überzeugen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • überzeugen > EN • überzeugen > ES • überzeugen > FR
Vertalingen überzeugen DE>NL

überzeugen

werkw.
Uitspraak:  [yːbɐˈʦɔygən]

1) jemanden durch Argumente oder Beweise dazu bringen, etw. zu glauben o. Ä. - overtuigen
eine wenig überzeugende Begründung - een niet echt overtuigende verklaring
Sie war überzeugt (davon), richtig zu handeln. - Zij was (ervan) overtuigd dat ze goed te werk ging.
Ich glaube nicht, dass das geht, aber ich lasse mich gern vom Gegenteil überzeugen. - Ik geloof het niet dat het gaat maar ik laat me graag overtuigen van het tegendeel.

2) jds Erwartungen entsprechen - overtuigen
eine überzeugende Leistung - een overtuigende prestatie
Die Mannschaft konnte auch in diesem Spiel nicht überzeugen. - Het team kon ook in deze wedstrijd niet overtuigen.

3) etw. (über)prüfen, um festzustellen, ob etw. richtig, wahr, in Ordnung ist - overtuigen
Bei dem Rundgang konnten wir uns davon überzeugen, dass die Bauarbeiten gut vorankamen. - Bij de bezichtiging konden wij ons ervan overtuigen dat de bouwwerkzaamheden goed vooruit gingen.
Bitte, überzeugen Sie sich selbst! - Alstublieft overtuig u zelf!

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
überzeugen (ww.) ompraten (ww.) ; overhalen (ww.) ; overreden (ww.) ; overtuigen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `überzeugen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: bekehren
DE: bereden
DE: überreden