1. MWB
  2. Vertalen
  3. Überspringen (DE>NL)
Vertaal
Vertalingen Überspringen DE>NL

I überspringen

werkw.
Uitspraak:  [yːbɐˈʃprɪŋən]

1) über etw. hinwegspringen - springen over
Das Pferd übersprang den Graben mühelos. - Het paard sprong moeiteloos over de greppel.

2) etw. unbeachtet lassen, nicht besprechen, lesen o. Ä. - overslaan
Die langweiligeren Kapitel im Buch habe ich übersprungen. - Dat saaie hoofdstuk in het boek heb ik overgeslagen.

3) eine Jahrgangsstufe nicht besuchen - overslaan
Sie hatte so gute Noten, dass sie die sechste Klasse überspringen durfte. - Zij had zulke goede punten dat zij groep zes mocht overslaan.


II überspringen

werkw.
Uitspraak:  [ˈyːbɐʃprɪŋən]

deel van de uitdrukking:
uitdrukking der Funke springt über

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
überspringen (ww.) overheen springen (ww.) ; overslaan (ww.) ; overspringen (ww.)
Überspringen oversprong
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Überspringen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: auslassen
DE: herauslassen
DE: weglassen
DE: übergehen
DE: überschlagen