Vertalingen überfahren DE>NL
überfahren
werkw.
1) mit einem Fahrzeug zu Boden werfen und verletzen oder töten -
overrijden Unser Hund ist überfahren worden. - Onze hond is overreden. |
2) weiterfahren, ohne das Signal zu beachten -
doorrijden 3) jemanden dazu bringen, etw. zu tun, indem man ihm keine Gelegenheit zum Nachdenken gibt -
overrompelen Ich fühlte mich durch sein plötzliches Angebot völlig überfahren. - Ik voelde mij overrompeld door zijn plotselinge aanbod. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
überfahren (ww.) | aanrijden (ww.) ; omverrijden (ww.) ; overheen rijden (ww.) ; overrijden (ww.) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `überfahren`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
DE: ein Signal
überfahren
NL: door een signaal heen rijden