1. MWB
  2. Vertalen
  3. übereinander (DE>NL)
Vertaal
Vertalingen übereinander DE>NL

I übereinander

bijwoord
Uitspraak:  [yːbɐ|aiˈnandɐ]

1) eine Person / Sache über der anderen, die andere - over/boven elkaar
mehrere Schichten übereinander - meerdere lagen boven elkaar

2) eine Person über die andere - over/boven elkaar
Sie wollten gern mehr übereinander erfahren. - Zij wilden graag meer over elkaar te weten komen.
Sie regen sich oft übereinander auf. - Zij winden zich vaak over elkaar op.


II übereinander-

prefix

deel van de uitdrukking: boven-
Die Bücher lagen übereinander. - De boeken lagen boven elkaar.
zwei Bilder übereinanderhängen - twee foto's boven elkaar hangen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
übereinander overeen


Voorbeeldzinnen met `übereinander`
Voorbeeldzinnen laden....