Vertaal
Vertalingen überbrücken DE>NL

überbrücken

werkw.
Uitspraak:  [yːbɐˈbrʏkən]

1) eine schwierige Situation meistern, bis bessere Zeiten kommen - overbruggen

2) zwei Dinge oder Personen einander näherbringen, einen Ausgleich schaffen - overbruggen
Die Abgründe zwischen uns lassen sich nicht mehr überbrücken. - De kloof tussen ons is niet meer te overbruggen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
überbrücken (ww.) overbruggen (ww.)
überbrücken overbruggen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `überbrücken`
Voorbeeldzinnen laden....