Vertalingen Übermut DE>NL
I der Übermut
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈyːbɐmuːt] |
| Verbuigingen: | Übermut(e)s |
(fröhliche) Stimmung, in der man seine Fähigkeiten oder Möglichkeiten überschätzt und nicht an die Gefahren denkt -
overmoed | In jugendlichem Übermut sprangen sie von der Klippe ins Meer. - Met hun jeugdige overmoed sprongen zij van de rots in de zee. |
Übermut tut selten gut. (=) - Hoogmoed komt voor de val.
|
II übermütig
bijv.naamw.
deel van de uitdrukking: overmoedig | Durch den Erfolg war sie übermütig geworden. - Door het succes was zij overmoedig geworden. |
III übermütig
bijwoord
deel van de uitdrukking: overmoedig | Die Kinder tobten übermütig im Garten herum. - De kinderen renden uitgelaten door de tuin. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| der Übermut | de dartelheid (v) ; de roekeloosheid (v) ; de speelsheid (v) ; de vermetelheid (v) ; de waaghalzerij (v) |
| Übermut | overmoed |
Bronnen: interglot; TruetermVoorbeeldzinnen met `Übermut`

Voorbeeldzinnen laden....