Vertalingen Zusammenschlagen DE>NL
zusammenschlagen
werkw.
1) deel van de uitdrukking: in elkaar slaan Er wurde brutal zusammengeschlagen. - Hij werd meedogenloos in elkaar geslagen. |
2) aneinanderschlagen -
in elkaar slaan Sie schlug entsetzt die Hände über dem Kopf zusammen. - Zij sloeg ontzet haar handen samen boven haar hoofd. |
3) durch Schlagen zerstören -
in elkaar slaan In seiner Wut schlug er die halbe Einrichtung zusammen. - In zijn boosheid sloeg hij de halve inboedel kort en klein. |
4) sich treffen, gegeneinanderschlagen -
op elkaar slaan Die Wellen schlugen über dem kleinen Boot zusammen. - De golven sloegen over de boot heen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zusammenschlagen (ww.) | 'n aframmeling geven (ww.) ; aframmelen (ww.) ; afranselen (ww.) ; afrossen (ww.) ; aftuigen (ww.) ; in elkaar rammen (ww.) ; in elkaar timmeren (ww.) ; ineenslaan (ww.) ; ineentimmeren (ww.) ; tegen elkaar slaan (ww.) ; timmerend in elkaar zetten (ww.) ; toetakelen (ww.) |
Zusammenschlagen | tehoop ploegen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Zusammenschlagen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: gegenseitig schlagen