1. MWB
  2. Vertalen
  3. zurückziehen (DE>NL)
Vertaal
Vertalingen zurückziehen DE>NL

zurückziehen

werkw.
Uitspraak:  [ʦuˈrʏkʦiːən]

1) für ungültig erklären - terugtrekken

2) sich von einem Ort entfernen, um in Sicherheit oder ungestört zu sein - terugtrekken
Die Soldaten zogen sich in die Berge zurück. - De soldaten trokken zich terug in de bergen.
Ich werde mich jetzt zurückziehen und ein wenig ausruhen. - Ik trek me nu terug en ga een beetje uitrusten.

3) an etw. nicht mehr teilnehmen - terugtrekken
Er will sich ganz aus der Politik zurückziehen. - Hij wil zich helemaal terugtrekken uit de politiek.

4) ihnen befehlen, zum Ausgangspunkt zu kommen defensie - terugtrekken
die Truppen aus dem Krisengebied zurückziehen - de troepen uit het crisisgebied terugtrekken

5) wieder in seinen früheren Wohnort ziehen - terugtrekken
Wollt ihr tatsächlich nach München zurückziehen? - Willen jullie echt naar München verhuizen?

6) zur Seite ziehen - opzij trekken
Sie zog die Vorhänge zurück und sah aus dem Fenster. - Zij trok de gordijnen open en keek uit het raam.

7) nach hinten ziehen - terugtrekken
ein Kind vom Bahngleis zurückziehen - een kind terugtrekken van de spoorrails

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
zurückziehen (ww.) herroepen (ww.) ; intrekken (ww.) ; terugkomen op (ww.) ; terugnemen (ww.) ; terugtrekken (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `zurückziehen`
Voorbeeldzinnen laden....