1. MWB
  2. Vertalen
  3. zurückschrecken (DE>NL)
Vertaal
Vertalingen zurückschrecken DE>NL

zurückschrecken

werkw.
Uitspraak:  [ʦuˈrʏkʃrɛkən]

1) erschrocken zurückweichen - terugdeinzen
vor einem bellenden Hund zurückschrecken - terugdeinzen voor een blaffende hond

2) etw. wegen moralischer Zweifel nicht tun - terugschrikken
Dieser Mann schreckt vor nichts zurück. - Deze man laat zich nergens voor afschrikken.
Um ihre Ziele zu erreichen, schreckt sie auch nicht davor zurück, zu betrügen. - Om haar doel te bereiken schrikt frauderen haar niet af.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
zurückschrecken (ww.) achteruitdeinzen (ww.) ; achteruitgaan (ww.) ; schromen (ww.) ; terugdeinzen (ww.) ; terugschrikken (ww.) ; terugwijken (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `zurückschrecken`
Voorbeeldzinnen laden....