1. MWB
  2. Vertalen
  3. zurücklassen (DE>NL)
Vertaal
Vertalingen zurücklassen DE>NL

zurücklassen

werkw.
Uitspraak:  [ʦuˈrʏklasən]

1) an dem Ort lassen, von dem man sich entfernt - achterlaten
Jemand hatte den Hund einfach am Straßenrand zurückgelassen. - Iemand had de hond gewoon aan de kant van de weg achtergelaten.
Lass die Enttäuschungen hinter dir zurück und schau nach vorn! - Laat de teleurstellingen achter je en kijk vooruit!

2) als Spur hinterlassen - achterlaten
Der Rotwein ließ einen hässlichen Fleck zurück. - De rode wijn liet een lelijke vlek achter.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
zurücklassen (ww.) achterlaten (ww.) ; laten (ww.) ; nalaten (ww.) ; teruglaten (ww.) ; vermaken (ww.) ; veronachtzamen (ww.)
das Zurücklassen het achterlaten (znw.) ; de verlating (v)
Bronnen: Wikipedia; interglot

Voorbeeldzinnen met `zurücklassen`
Voorbeeldzinnen laden....