Vertaal
Naar andere talen: • Zerteilen > ENZerteilen > ESZerteilen > FR
Vertalingen Zerteilen DE>NL

zerteilen

werkw.
Uitspraak:  ɛɐˈtailən]

aus einem Ganzen mehrere Teile, Stücke, Gruppen machen - verdelen in stukken
Baumstämme mit der Motorsäge zerteilen - boomstammen met een motorzaag in stukken zagen
Das Grundstück wird durch einen Graben zerteilt. - Het perceel wordt door een sloot doorsneden.
Der Bauer will nicht, dass der Besitz nach seinem Tod zerteilt wird. - De boer wil niet dat na zijn dood het bezit wordt verdeeld.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
zerteilen splitsen ; versnijden ; zagen
Bron: Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Zerteilen`
Voorbeeldzinnen laden....


Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich zerteilen NL: zich verdelen NL: breken (van bewolking)