widerstehen

Vertalingen widerstehen DE>NL

werkw.

Uitspraak:

[viːdɐˈʃteːən]

1) der Lust auf etw. nicht nachgeben - weerstaan

Er konnte diesem Angebot einfach nicht widerstehen. - Hij kon dit aanbod eenvoudigweg niet weerstaan.

2) standhalten - weerstaan

Dieser Stoff widersteht Wind und Wetter. - Deze stof is bestendig tegen wind en weer.

3) sich erfolgreich verteidigen - weerstaan

dem Ansturm des Feindes widerstehen - de aanval van de vijand weerstaan

Overige bronnen

widerstehen (ww.)	iets weerstaan (ww.) ; tegenstaan (ww.) ; tegenzin opwekken (ww.) ; tegenzin verwekken (ww.) ; weerstaan (ww.)
widerstehen	opnemen ; weerstaan

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `widerstehen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: abwehren
DE: bekämpfen
DE: die Stirn bieten
DE: etwas widerstehen
DE: Gegenwehr leisten
DE: gewachsen sein
DE: sich wehren gegen
DE: sich widersetzen
DE: Widerstand leisten
DE: widerstreben

Zojuist vertaald