1. MWB
  2. Vertalen
  3. weitsichtig (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • weitsichtig > EN • weitsichtig > ES • weitsichtig > FR
Vertalingen weitsichtig DE>NL

weitsichtig

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈvaitzɪçtɪç]

1) in der Nähe schlecht, aber auf größere Entfernung gut sehend medisch - verziend
Ich bin weitsichtig, ich brauche eine Brille. - Ik ben verziend, ik heb een bril nodig.

2) auf lange Sicht klug geplant - vooruitziend
eine kluge und weitsichtige Politik - een verstandige en vooruitziende politiek

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
weitsichtig verziend
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `weitsichtig`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: fehlsichtig
DE: kurzsichtig
DE: schwachsichtig