Vertalingen Wahl DE>NL
die Wahl
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [vaːl] |
Verbuigingen: | Wahl , Wahlen |
1) Entscheidung zwischen zwei oder mehr Möglichkeiten -
keuze vor eine Wahl gestellt sein - voor een keuze worden geplaatst Ich hatte leider keine andere Wahl. - Ik had helaas geen andere keuze. |
jemanden / etw. in die engere Wahl ziehen (=) - iemand/iets nader in aanmerking nemen
|
2) das, wofür man sich entschieden hat -
keuze Das war eine gute / schlechte Wahl. - Dat was een goede / slechte keuze. |
3) demokratisches Verfahren, um Personen für ein Amt zu bestimmen poliek -
verkiezing freie Wahlen abhalten - vrije verkiezingen organiseren Wahlergebnis - verkiezingsresultaat Wahlniederlage - verkiezingsnederlaag |
zur Wahl gehen (=wählen) - gaan stemmen
|
4) der Vorgang, in ein Amt gewählt zu werden -
verkiesbaar sich zur Wahl stellen - zich verkiesbaar stellen Er nimmt die Wahl zum Vorsitzenden an. - Hij accepteert zijn verkiezing tot voorzitter. |
5) deel van de uitdrukking: erste / zweite / dritte Wahl sein (=die beste / weniger gute / schlechteste Alternative sein) - eerste / tweede/ derde keuze zijn
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
die Wahl | mogelijkheid om te kiezen (znw.) ; de voorliefde (v) ; de voorkeur ; de verkiezing (v) ; uitverkoring (znw.) ; de uitverkiezing (v) ; de smaak (m) ; de selectie (v) ; de optie (v) ; de keuzemogelijkheid (v) ; de keuzemogelijkeheid (v) ; de keuze (v) ; de keus ; de bloemlezing (v) |
Wahl | keuze ; stemming ; keuzevrijheid |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `Wahl`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AlternativeDE: AusleseDE: AuswahlDE: AuswahlmannschaftDE: MöglichkeitDE: NeigungDE: SelektionDE: SichtungDE: VorliebeDE: Vorzug