Vertaal
Vertalingen vorwärtstreiben DE>NL
vorwärtstreiben (ww.) influisteren (ww.) ; ingeven (ww.) ; souffleren (ww.) ; stuwen (ww.) ; voortstuwen (ww.) ; vooruitduwen (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `vorwärtstreiben`
Voorbeeldzinnen laden....