Vertalingen Voraussagen DE>NL
voraussagen
werkw.
Aussagen über zukünftige Ereignisse machen -
voorspellen Angeblich kann sie die Zukunft voraussagen. - Naar men beweert kan zij de toekomst voorspellen. Für den Ferienbeginn wurden wieder lange Staus vorausgesagt. - Er werden lange files voorspeld voor de start van het vakantieseizoen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
voraussagen (ww.) | voorspellen (ww.) ; voortellen (ww.) ; wichelen (ww.) |
voraussagen | prediceren ; voorspellingen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Voraussagen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: prophezeienDE: vorbuchstabierenDE: vorhersagenDE: wahrsagenDE: weissagen