Vertalingen vollzählig DE>NL
I vollzählig
bijv.naamw.
in vollständiger Anzahl vorhanden -
voltallig Sind wir schon vollzählig? - Zij wij al compleet? |
II vollzählig
bijwoord
deel van de uitdrukking: voltallig Die Mannschaft ist vollzählig zum Training erschienen. - Het team verscheen compleet op de training. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vollzählig | compleet ; fulltime ; helemaal ; kompleet ; plenair ; totaal ; volledig ; voltallig |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `vollzählig`

Voorbeeldzinnen laden....