Vertalingen vollführen DE>NL
vollführen (ww.) | bedingen (ww.) ; bewerkstelligen (ww.) ; fixen (ww.) ; klaarspelen (ww.) ; realiseren (ww.) ; verwerkelijken (ww.) ; verwezenlijken (ww.) ; volvoeren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `vollführen`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
DE: einen Skandal
vollführen
NL: spektakel maken