Vertalingen verwandt DE>NL
I verwandt
bijv.naamw.
1) von gleicher Abstammung, zur gleichen Familie gehörend -
verwant | Die beiden sind weitläufig miteinander verwandt. - Die twee zijn verre verwanten van elkaar. |
2) zur gleichen Gruppe von Arten gehörend biologie -
verwant | verwandte Arten - verwante soorten |
3) mit ähnlichen Merkmalen, Eigenschaften -
verwant II Verwandte
zelfst.naamw. (masculine-feminine)
| Uitspraak: | [fɛɐˈvantə] |
| Verbuigingen: | Verwandten , Verwandten |
deel van de uitdrukking: bloedverwant | Zum Fest hatten sie Verwandte und Bekannte eingeladen. - Voor het feest hadden ze familie en bekenden uitgenodigd. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| verwandt | aanverwant ; gerelateerd ; verwant |
Bron: WikipediaVoorbeeldzinnen met `verwandt`
Voorbeeldzinnen laden....
