Vertaal
Naar andere talen: • verlosen > ENverlosen > ESverlosen > FR
Vertalingen verlosen DE>NL

I verlosen

werkw.
Uitspraak:  [fɛɐˈloːzən]

Lose verteilen, mit denen man etw. gewinnen kann - verloten
Unter den Teilnehmern wurde eine Reise verlost. - Onder de deelnemers werd een reis verloot.


II die Verlosung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [fɛɐˈloːzʊŋ]
Verbuigingen:  Verlosung , Verlosungen

deel van de uitdrukking: verloting

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
verlosen (ww.) loten (ww.) ; verloten (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `verlosen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: auslosen