I zich verlieben

reflexief werkw.

Uitspraak:

[fɛɐˈliːbən]

das Gefühl bekommen, dass man mit jemandem immer zusammen sein will - verliefd worden

Sie haben sich auf den ersten Blick ineinander verliebt. - Het was liefde op het eerste gezicht bij hen.

II verliebt

bijv.naamw.

Uitspraak:

[fɛɐˈliːpt]

1) deel van de uitdrukking: verliefd

unsterblich / unglücklich in jemanden verliebt sein - onsterfelijk / ongelukkig verliefd zijn op iemand

2) deel van de uitdrukking: verliefd

jemandem verliebte Blicke zuwerfen - iemand verliefd aankijken

3) deel van de uitdrukking: verliefd

Ich bin total verliebt in das Kleid. - Ik ben helemaal verliefd op die jurk.

III Verliebte

zelfst.naamw. (masculine-feminine)

Uitspraak:	[fɛɐliːptə]
Verbuigingen:	Verliebten , Verliebten

deel van de uitdrukking: geliefde
© K Dictionaries Ltd.

verlieben

verliefd worden ; verlieven

Bron: Wikipedia




DE: sich in einen verlieben NL: verliefd worden op iemand