Vertaal
Naar andere talen: • vereinfachen > ENvereinfachen > ESvereinfachen > FR
Vertalingen vereinfachen DE>NL

I vereinfachen

werkw.
Uitspraak:  [fɛɐˈ|ainfaxən]

einfacher machen - vereenvoudigen
Dieses Gerät wird das Saubermachen deutlich vereinfachen. - Dit apparaat zorgt dat schoonmaken vereenvoudigd wordt.


II die Vereinfachung

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [fɛɐˈ|ainfaxʊŋ]
Verbuigingen:  Vereinfachung , Vereinfachungen

deel van de uitdrukking: vereenvoudiging
an der Vereinfachung eines Verfahrens arbeiten - werken aan de vereenvoudiging van een methode

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
vereinfachen (ww.) bemakkelijken (ww.) ; simplificeren (ww.) ; vereenvoudigen (ww.) ; vergemakkelijken (ww.) ; versimpelen (ww.) ; versoberen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `vereinfachen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: erleichtern
DE: leichter machen
DE: simplifizieren
DE: vereinfacht darstellen