Vertalingen ungewiß DE>NL
I ungewiss
bijv.naamw.
noch nicht festgelegt, noch offen -
onzeker Es ist noch ungewiss, ob er kommt. - Het is nog niet zeker of hij komt. |
etw. liegt im Ungewissen (=) - iets ligt in het ongewisse
Die Zukunft liegt im Ungewissen. - De toekomst ligt in het ongewisse.
|
jemanden über etw. im Ungewissen lassen (=jemanden über etw. nicht informieren) - iemand ergens over in het ongewisse laten
|
II die Ungewissheit
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈʊngəvɪshait] |
Verbuigingen: | Ungewissheit |
deel van de uitdrukking: onzekerheid Es herrscht Ungewissheit über das Schicksal der Geiseln. - Er is onzekerheid over het lot van de gegijzelde. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ungewiß | los ; niet duidelijk ; niet helder ; niet zeker ; ongewis ; onklaar ; troebel ; vaag ; wankelbaar ; wankelend ; wollig ; onzeker |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ungewiß`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
DE: im ungewissen sein
NL: in het onzekere verkeren