Vertalingen ungehindert DE>NL
I ungehindert
bijv.naamw.
ohne daran gehindert zu werden -
onbelemmerd ungehinderter Zutritt zu allen Zimmern - onbelemmerd toegang tot alle kamers |
II ungehindert
bijwoord
deel van de uitdrukking: onbelemmerd Die Täter konnten die Bank ungehindert verlassen. - De daders konden onbelemmerd de bank verlaten. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ungehindert | onbelemmerd ; ongehinderd ; ongemoeid ; ongestoord ; onverstoord ; vrijuit ; onbeteugeld |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `ungehindert`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: freiDE: unbehindert