Vertaal
Naar andere talen: • umstürzen > ENumstürzen > ESumstürzen > FR
Vertalingen umstürzen DE>NL
umstürzen (ww.) omduwen (ww.) ; omgooien (ww.) ; omkiepen (ww.) ; omkieperen (ww.) ; omrollen (ww.) ; omstoten (ww.) ; omvallen (ww.) ; omvergooien (ww.) ; omverstoten (ww.) ; omvervallen (ww.) ; omverwerpen (ww.) ; omwerpen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `umstürzen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: niederreißen
DE: umkippen
DE: umreißen
DE: umschmeißen
DE: umstoßen
DE: umwerfen