Vertalingen trüben DE>NL
trüben (ww.) | dof maken (ww.) ; ergeren (ww.) ; kwaad maken (ww.) ; storen (ww.) ; troebel maken (ww.) ; vertroebelen (ww.) |
trüben | troebel maken ; vertroebelen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `trüben`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich
trüben
NL: troebel worden NL: mat, dof worden, beslaan NL: betrekken (v.d. lucht)