1. MWB
  2. Vertalen
  3. trüb (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • trüb > EN • trüb > ES • trüb > FR
Vertalingen trüb DE>NL

trüb

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈtryːp]

trübe

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈtryːbə]

1) nicht durchsichtig, klar - troebel
Im Hafen ist das Wasser sehr trüb. - In de haven is het water heel troebel.

2) von traurigen Gedanken erfüllt - somber
Er war in trüber Stimmung. - Hij was somber gestemd.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
trüb troosteloos ; onverlicht ; onzuiver ; regenachtig ; rouwig ; treurig ; triest ; troebel ; troebelachtig ; onklaar ; vaag ; vaag zichtbaar ; vagelijk ; verdrietig ; wazig ; wollig ; zwaarmoedig ; niet helder ; niet duidelijk ; nat ; miezerig ; met neerslag ; mat ; glansloos ; flauw ; duister ; druilerig ; drabbig ; donker ; dof ; beslagen ; troebel ; troebele
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia

Voorbeeldzinnen met `trüb`
Voorbeeldzinnen laden....