der Stein

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ʃtain]
Verbuigingen:	Stein(e)s , Steine

1) hartes Material, aus dem Berge bestehen - steen

hart wie Stein - hart als steen Stufen in den Stein hauen - traptreden in steen uithakken Steinblock - stenen blok

2) einzelnes Stück Stein - steen

mit Steinen werfen - met stenen gooien Steinhaufen - hoop stenen Steinwüste - steenwoestijn

der Stein des Anstoßes (=die Ursache eines Streits) - de steen des aanstoots

der Stein der Weisen (=die ideale Lösung) - de steen der wijzen

bei jemandem einen Stein im Brett haben (=von jemandem sehr gemocht werden) - bij iemand geliefd zijn

jemandem fällt ein Stein vom Herzen (=jemand ist sehr erleichtert) - een pak van mijn hart

jemandem Steine in den Weg legen / aus dem Weg räumen (=jemanden daran hindern / dabei unterstützen, ein Ziel zu erreichen) - iemand hinderen

3) natürliche Steine, Ziegel oder Beton als Baustoff - steen

Steinboden - stenen vloer Steinhaus - stenen huis Steinmauer - stenen muur Ziegelstein - baksteen

4) Kurzwort für Edelstein - steen

ein Ring mit mehreren Steinen - een ring met meerdere stenen

5) der große Kern von Pfirsichen, Aprikosen, Pflaumen usw. ^plantkunde - pit

Steinobst - steenvrucht

6) einfache, meist runde Spielfigur - steen

Jeder Spieler bekommt neun Steine. - Elke speler krijgt nieuwe stenen.

7) harte Ablagerung in einem Organ ^medisch - steen
© K Dictionaries Ltd.

der Stein	de kiezel (m) ; de steen (m) ; het rotsblok ; de rots ; ronde keisteen (znw.) ; de rolsteen (m) ; de pit ; het kinderkopje ; het kinderhoofdje ; de kiezelsteen (m) ; de kei (m) ; het gesteente ; binnenste van een vrucht (znw.)
Stein	concrement ; zerk ; Stein ; steentje ; steengruis ; steen ; kruiskopslede

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Bouwtermen; lokaalnieuwsstein.nl




DE: Backstein
DE: Fels
DE: Felsblock
DE: Felsen
DE: Fliese
DE: Fruchtkern
DE: Gehwegplatte
DE: Gestein
DE: Granit
DE: Kachel

DE: Stein und Bein frieren NL: vriezen dat het kraakt
DE: Stein und Bein schwören NL: bij hoog en laag zweren
DE: über Stock und Stein NL: door dik en dun