Vertaal
Vertalingen sich verirren DE>NL
sich verirren (ww.) derailleren (ww.) ; mislopen (ww.) ; ontsporen (ww.) ; spoor bijster raken (ww.) ; uit het spoor raken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `sich verirren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: auf dem Holzweg sein
DE: entgleisen