Vertalingen sich sehnen DE>NL
sich sehnen (ww.) | een sterke begeerte hebben naar (ww.) ; hongeren naar (ww.) ; hopen (ww.) ; smachten (ww.) ; spinzen (ww.) ; van hoop vervuld zijn (ww.) ; verlangen (ww.) ; zuchten (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `sich sehnen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: herbeisehnenDE: hoffenDE: hungernDE: schmachtenDE: verlangen