1. MWB
  2. Vertalen
  3. Schütteln (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Schütteln > EN • Schütteln > ES • Schütteln > FR
Vertalingen Schütteln DE>NL

schütteln

werkw.
Uitspraak:  [ˈʃʏtəln]

kräftig hin und her bewegen - schudden
Vor Gebrauch kräftig schütteln! - Voor gebruik goed schudden!
verneinend den Kopf schütteln - met het hoofd nee schudden
Der Hund schüttelte sich, als er aus dem Wasser kam. - De hond schudde zich uit toen hij het water kwam.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
schütteln (ww.) beven (ww.) ; hobbelen (ww.) ; schudden (ww.) ; stoten (ww.) ; trillen (ww.)
schütteln rammelen ; schudbeweging ; schudden
Bronnen: interglot; Engoi Woordenschatoefeningen; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Schütteln`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: beben
DE: holpern
DE: jmdnè durchschütteln
DE: vor Gebrauch schütteln
DE: zittern

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: sich schütteln NL: huiveren
DE: sich vor Lachen schütteln NL: schudden van het lachen