Vertalingen Schularbeit DE>NL
die Schularbeit
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈʃuːl|arbait] |
| Verbuigingen: | Schularbeit , Schularbeiten |
die Schulaufgabe
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈʃuːl|aufgaːbə] |
| Verbuigingen: | Schulaufgabe , Schulaufgaben |
1) Aufgabe, die Schüler zu Hause erledigen müssen -
huiswerk | Ich muss noch Schularbeiten machen. - Ik moet nog huiswerk maken. |
2) schriftliche Prüfung im Laufe des Schuljahrs -
proefwerk | Wir schreiben morgen in Physik eine Schularbeit. - Wij krijgen morgen een proefwerk voor natuurkunde. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| die Schularbeit | het huiswerk |
Voorbeeldzinnen met `Schularbeit`
Voorbeeldzinnen laden....
