I scharf

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ʃarf]

1) leicht und gut schneidend - scherp
2) mit ausgeprägten Spitzen oder Winkeln - scherp
3) mit engem Bogen - scherp
4) mit intensiven Gewürzen, die im Mund ein Gefühl von Hitze erzeugen - scherp

Möchtest du scharfen oder süßen Senf? - Zou je scherpe of zoete mosterd willen?

5) ätzend - scherp
6) unangenehm kalt - scherp
7) sehr gut funktionierend - scherp
8) so, dass man damit etw. deutlich erkennen kann - scherp

das Fernglas scharf (ein)stellen - de verrekijker scherp stellen

9) mit starken Kontrasten und Konturen - scherp
10) ausgeprägt, deutlich erkennbar - scherp
11) heftig - scherp

jemanden mit scharfen Worten kritisieren - iemand met scherpe woorden bekritiseren

12) streng - scherp
13) mit zerstörerischer Wirkung - scherp
14) geladen - scherp
15) dazu abgerichtet, schnell anzugreifen - getraind
16) mit Kraft ausgeführt ^sport - scherp
17) attraktiv oder sexuell aufreizend - knap , geil

Der Typ sieht echt scharf aus! - Die gast ziet er echt goed uit!

scharf auf jemanden sein (=jemanden sexuell begehren) - geil zijn op iemand

scharf auf etw. sein (=etw. unbedingt haben wollen) - iets per se willen hebben

18) deel van de uitdrukking: vet

Echt? Scharf! - Echt? Vet!

19) deel van de uitdrukking:

scharfes S (=der deutsche Buchstabe ß) - ringel-s

II scharf

bijwoord
1) deel van de uitdrukking: nauwkeurig

jemanden / etw. scharf beobachten - iemand / iets nauwkeurig observeren Denk doch mal scharf nach! - Denk toch een goed na!

2) deel van de uitdrukking: fel

jemanden / etw. scharf attackieren, kritisieren - iemand / iets fel aanvallen, bekritiseren Anschuldigungen scharf zurückweisen - beschuldigingen fel van de hand wijzen

3) deel van de uitdrukking: streng

scharf gegen jemanden / etw. vorgehen - streng tegen iemand / iets optreden scharf bewachte Gefangene - streng bewaakte gevangenen

4) mit scharfer Munition - scherp

Hier wird scharf geschossen. - Hier wordt met scherp geschoten.

5) mit viel Kraft - met veel kracht

ein scharf geschossener Ball - een met veel kracht geschoten bal scharf bremsen - met veel kracht remmen

6) mit starker Richtungsänderung - scherp

scharf links / rechts abbiegen - scherp naar links / rechts afslaan

7) bei starker Hitze - grote

Fleisch scharf anbraten - vlees op hoog vuur aanbakken

© K Dictionaries Ltd.

scharf

pinnig ; in hoge mate ; inbijtend ; inhumaan ; invretend ; inwerkend ; kattig ; kruidig ; messcherp ; met sarcasme ; monsterlijk ; onbeheerst ; onmenselijk ; onstuimig ; onvriendelijk ; pikant ; hevig ; pittig ; sarcastisch ; scherp ; scherp van smaak ; scherpgerand ; smaak prikkelend ; snauwerig ; snibbig ; spinnig ; vinnig ; vlijmend ; vlijmscherp ; vurig ; warm ; wreed ; hel ; agressief ; barbaars ; beestachtig ; bijtend ; bijterig ; bits ; brandend ; bruut ; fel ; felle ; fonkelend ; gekruid ; gepeperd ; gewelddadig ; gloeiend ; goed snijdend ; hanig ; hartig ; heet ; heftig ; geducht ; gekruid ; grimmig ; puntig ; ruw ; scherp ; scherp gekruid ; spits ; zurig ; zurige ; gaseus

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm; Horecagids; A.M.T.S.; Wikipedia




DE: abscheuerregend
DE: abscheulich
DE: aggressiv
DE: auffahrend
DE: barbarisch
DE: begeistert
DE: beißend
DE: beseelt
DE: bestialisch
DE: bewegt

DE: scharf schießen NL: met scherp schieten
DE: scharf vorgehen NL: streng, krachtdadig optreden
DE: scharf sein auf etwas NL: fel op iets zijn
DE: scharf fahren NL: hard rijden
DE: scharfer Widerstand NL: fel verzet
DE: eine scharfe Brille NL: een bril met sterke glazen